De Alpen hebben enkele legendarische trektochten zoals de Tour du Mont Blanc. In de Franse Alpen vind je, nabij Briançon, de Névachevallei. Daar kan je ook een prachtige trektocht samenstellen met overnachting in de vele berghutten die de streek rijk is. Voor reisorganisatie Bootz mocht ik een zesdaagse trekking begeleiden en kreeg ik ook de ruimte om volop te content te maken over deze huttentocht in de Névache. In dit artikel kan je dus de volledige route bekijken en alle info krijgen over de berghutten.
Als jij voor deze trektocht geen medereizigers vindt, of je hebt gewoon geen zin om alles zelf te regelen en te navigeren, overweeg dan om deze reis gewoon te boeken bij Bootz. Alles is dan geregeld, zelfs het vervoer. Elke zomer wordt deze reis twee keer in het programma voorzien. Hieronder een filmpje van de huttentocht in de Névache die ik mocht begeleiden.
Eerst en vooral
Trektochten in het hooggebergte zijn nooit helemaal zonder risico, zeker als je alleen op pad gaat of geen ervaring hebt. Zorg ervoor dat je met kaart en kompas kan werken, zelf al wandel je met een GPS. Het is aan te raden om altijd een kaart bij te hebben. Elektronische toestellen kunnen altijd kapot gaan of zonder stroom vallen.
Hou ook het weer in de gaten. Mobiel bereik is nergens gegarandeerd, maar in de berghutten kan je altijd het laatste weerbericht vragen. Doe de beklimming van Mont Thabor (dag 4) niet tijdens regen en wind. Elke situatie is uiteraard verschillend, maar de juiste beslissingen kunnen enkel genomen worden door ervaren mensen.
Huttentocht in de Névache
Dag 1: Névache – Refuge Buffère
Je begint vanuit je hotel/camper/auto in Névache aan de huttentocht. In dit geval vertrekt de GPX vanuit Hotel L’Echaillon. Op het moment dat de route vanaf de hoofdweg richting het zuiden gaat, begin je er echt aan. Je klimt ongeveer 2,5 km stevig door (1u) en dat is wel even lastig aangezien je nog maar net begonnen met de trekking. Gelukkig blijft niks duren en wordt het weer na een uur weer een stuk vlakker.
Het blijft toch vakantie?
Een eerste verdiende pauze kan je nemen aan het Grand Lac de l’Oule. Bij warm weer is het een ideale plaats om even af te koelen in het water.

Als je het meer verlaat moet je nog een stuk klimmen tot aan het hoogste punt van de wandeling (Col de l’Oule). Daar is op zich niet superveel te zien, maar het smal padje dat je vanaf dan neemt is wel zeer leuk. Uiteindelijk kom je uit aan een breder pad waar je wel kan genieten van een mooi uitzicht. Dit breed pad is de GR5c en die blijf je even volgen tot de GPX je laat afslaan richting twee meren.
Nog eens zwemmen?
De grootste van de twee meren is Lac de Cristol en dat is daardoor weer een ideale stopplaats om te zwemmen en te rusten. Hier is er veel meer begroeiing doordat het meer lager gelegen is.

Na het bezoek aan de twee meren kom je weer uit op de GR5c-route. Je begint stilaan weer meer bossen te zien en vergeet zeker niet op tijd de GR-route te verlaten. Aan het specifieke punt is er een brug en een bordje dat al aangeeft dat dit de weg is naar Refuge Buffère. Je blijft dit smal, niet zo gemakkelijk pad door de bossen volgen tot je aankomt in Refuge Buffère. Hiermee is de eerste dag van de huttentocht in de Névache voorbij.
Dag 2: Refuge Buffère – Refuge Chardonnet
Bij het verlaten van de Refuge begin je stilaan aan beklimming van Col de Buffère die vooral naar het einde toe vrij zwaar is. Wel krijg je er een mooi uitzicht voorgeschoteld! Vanop deze col kan je een keuzes maken: ofwel blijf je het breed pad volgen dat je helemaal naar beneden en daarna weer naar boven leidt (zoals op komoot aangegeven), ofwel neem je het smalle pad “Sente des Grimpeurs”. Dit smalle pad op de bergflank is heel leuk om op te wandelen en zal ervoor zorgen dat je minder hoogtemeters moet maken. Het is wel wat gevaarlijker dan het brede pad beneden dat na tijd opgenomen wordt in de GR50.
Uiteindelijk komen beide routes uit aan de voet van de Cole de Roche Noire (2693m). De mensen die op de GR-route zijn gegaan moeten hiervoor wel op tijd de GR verlaten.
Tijd voor een pauze
Vlak voor de beklimming van de Col de Roche Noire staan er enkele imposante rotsblokken die ook ideaal zijn als zonwering. Hier een pauze nemen kan handig zijn aangezien de klim zwaar is.

Als je richting de Col de Roche Noire wandelt doorkruis je eerst nog een prachtige vallei. Hoewel het al vrij steil gaat moet je toch tijd nemen om te genieten van de prachtige omgeving. Na een tijd pas wordt het duidelijk dat je een steile kam op moet tot aan de top. Onderschat zeker de laatste kilometer tot aan de top niet. Zeker met een trekkingrugzak is het een zeer pittige klim. Boven kan je wel genieten van een fenomenaal uitzicht. Wij hadden lunch op de top, maar door de wind was het niet ideaal.

Opgelet bij het dalen!
De afdaling van de Col de Roche Noire is steil en het pad ligt bezaaid met losse stenen. Hier zijn stokken zeker aan te raden om de knieën te beschermen.
Na een kilometer fel dalen begint alles wat af te vlakken en kom je al snel toe aan de Refuge Chardonnet. Aangezien deze dag wat korter is zal je daar eerst nog tijd hebben om een lokaal biertje te proeven. Santé! Etappe twee van de huttentocht in de Névache zit er op!
Dag 3: Refuge Chardonnet – Refuge Drayères
Bij het verlaten van de refuge begin je direct aan het zwaarste klimwerk van die dag. De eerste vier kilometer moet je ongeveer 400 hoogtemeters stijgen en dat is soms hevig op de vroege morgen. Je wordt aan het einde wel beloond met een prachtig uitzicht op de hoge toppen van Les Ecrins. Helemaal links kan je ook Briançon zien liggen, dat op 1300 meter de hoogst gelegen stad van Frankrijk is. Jijzelf staat dan op de Col de Chardonnet (2638m).

Daarna dient er beslist te worden of je de GR57 naar beneden neemt of via het smalle pad langs de grafietmijnen gaat. De GR57 is de beste keuze bij slecht weer of als er wandelaars mee zijn die minder tredzeker zijn. Het smalle pad langs de grafietmijnen loopt op de steile flank van een berg en is een pak gevaarlijker en technischer. Een deel van het pad kan door steenlawines ook weg zijn. Het is wel echt prachtig en voor avontuurlijkere wandelaar waarschijnlijk een must-do. Op de Komootembed staat trouwens de route via het smalle pad langs de grafietmijnen. Als je die niet wil doen moet je de GR57 blijven volgen. Uiteindelijk komt die weer uit op de route aangeduid op Komoot.
Opgelet!
Neem het smalle pad langs de grafietmijnen niet tijdens slecht weer! Mensen met hoogtevrees zullen dit pad ook helemaal niet leuk vinden! Het pad is 6 km lang dus je bent er wel even mee bezig.

Als je het smalle pad neemt blijven de hoogteverschillen beperkt. Eénmaal je terug op de GR-route bent blijft het zelf nog even dalen. Vlak voor je aan de twee meren arriveert moet er nog een steil klimmetje overwonnen worden. Wij deden een lange pauze aan Lac Rond dat ideaal is om in te zwemmen. Het blijft verder bergaf gaan tot je aankomt in Refuge Drayères. Hiermee zit dag 3 er ook helemaal op.
Over Refuge Drayères
Dit is een vrij sobere refuge met beddenbakken. Schrik er dus niet van dat je dicht bij een persoon moet slapen dat je niet kent.
Dag 4: Refuge Drayères – Mont Thabor – Refuge Laval
Om deze dag te beginnen kan je je grote rugzak achterlaten in Refuge Drayères. Speciaal voor deze dag had ik een opvouwbare dagrugzak mee. De beklimming van Mont Thabor is waarschijnlijk ook te doen met de grote rugzak, maar het is toch wel een pittige klim. Deze dag voorziet ook dat je terug aankomt in Refuge Drayères en daarna nog drie kwartier wandelt naar Refuge Laval.

Het is ongeveer acht kilometer klimmen naar de top (4 uur wandelen). Tijdens de eerste vier kilometer van de beklimming gaat het nog lichtjes bergop. Hier kom je ook nog veel groen en water tegen. Daarna gaat het plots een pak steiler en wordt alles ook kaal. Na het eerste steile stuk kom je aan de Roche Du Chardonnet op 2950 meter hoogte. Je kan vanaf daar de top van Mont Thabor al zien liggen, maar in tijd ben je er nog helemaal niet. De omgeving daar is ronduit prachtig.
Hierna wordt het wel tricky. Er komen eerst wat technische stukjes en vlak voor de laatste steile klim liggen er grote rotsen op de route. Vanaf daar zijn er ook wel verschillende routes om te nemen. Het beste is waarschijnlijk om de zoveel mogelijk rechts te blijven en de zee van rotsen niet over te steken. Op bepaalde momenten was er daar van een pad niet echt sprake. Dit stuk is niet aangenaam voor mensen met hoogtevrees, maar op zich is het allemaal wel te doen. Het uiteindelijke doel is ook duidelijk te zien waardoor je niet kan verkeerd wandelen.

Als je een weg uit de zee van stenen hebt gevonden begint er een zeer pittige klim. Waarschijnlijk is dit het zwaarste deel van de volledige huttentocht in de Névache, ook vanwege de ijlere lucht. Boven op Mont Thabor wordt de inspanning beloont met een prachtig uitzicht over de volledige omgeving. Op 3178 meter hoogte kan het trouwens al wat winderiger en kouder zijn. Dit is het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van de volledige huttentocht!
Je volgt dezelfde route terug naar Refuge Drayères om de rugzakken op te halen. Blijf vooral goed opletten bij de steile en technische afdalingen. Vanaf Refuge Drayères volg je de grote weg naar Refuge Laval. Dit stukje staat niet op de Komootembed. Normaal is dit nog ongeveer 45 minuten extra wandelen.
Dag 5: Refuge Laval – Refuge Ricou
Na dag 4 volgt er een relatief rustige dag. Deze tocht op zich ook optioneel. Ben je wat vermoeid van de vorige dagen kan je ook gewoon de brede weg naar Refuge Ricou nemen (zie de komootembed). Deze tocht kan je ook nog een beetje uitbreiden door twee meren te bezoeken. Hierover verder meer.

Eerst ga je via een smal padje naar het klein rondpuntje. Een beetje na het rondpunt neem je het pad naar rechts en vanaf daar begint er een stevige klim naar boven. Het goede nieuws is dat de meeste hoogtemeters ook voorbij zijn eenmaal de zigzag voorbij is. Hoe hoger je komt, hoe spectaculairder het uitzicht wordt. Merk op dat je voortdurend op een GR-route zit.
Na de klim vlakt alles wat af en kan je al wandelend genieten van het mooie uitzicht. Als je aankomt aan het kruispunt kan je kiezen om naar links te gaan en te pauzeren aan Lac de la Cula. Daardoor komen er wel een kleine 100 hoogtemeters bij. Daarna volg je gewoon het pad terug naar de GR-route.

Je blijft de GR-route volgen tot aan het punt dat je naar beneden moet richting refuge Ricou. Je kan er eventueel voor kiezen om eerst nog naar boven te gaan om te pauzeren aan Lac Laramon. Daarna kan je gewoon terugkeren en de afdaling beginnen richting de Refuge. Op dag 6 moet je trouwens sowieso passeren langs Lac Laramon, maar dan is het wel een langere wandeldag.
Aangezien dag 5 een kortere dag is kan je aan Refuge Ricou nog volop genieten van een drankje op het terras. Santé!
Dag 6: Refuge Ricou – Névache
Deze laatste dag is nog een pittige dag. Je begint de dag met een stevige klim naar Pic du Lac Blanc (2981m). Eerst passeer je langs twee meren waarvan je de eerste misschien nog herkent van de dag ervoor. Je passeert ook nog enkele kleinere meren. Vlak voor de top was voor ons het pad niet echt duidelijk. Op zich kan je overal goed wandelen dus je kan gemakkelijk het pad zoeken. Uiteindelijk zijn we via het pad rechts van de blauwe lijn naar boven gegaan (pad dichtbij de 2800 hoogtemeterlijn, zie komootembed). Dan kom je eerst aan de Pas du Lac Blanc. Als je dan naar links gaat, klauter je via grote rotsen naar Pic du Lac Blanc.
Nat weer
Doe het laatste stuk over de rotsen naar Pic du Lac Blanc niet als het nat ligt. De rotsen zijn dan gladdig en een val kan fataal zijn.

Nadat je genoten hebt van het uitzicht op de top moet je terugkeren naar de Pas du Lac Blanc. Van daaruit begint er een technische en steile afdaling met veel losse stenen. Toen het steile stuk achter de rug was werd het pad weer onduidelijk. Als je Lac Blanc wil zien moet je dus goed op de GPS/smartphone of kaart kijken. Uiteindelijk zijn we gewoon over het grasland richting het GR-pad gegaan door de kaart van Komoot te gebruiken. Zorg er dus zeker voor dat je iets van kaart of GPS bij hebt.

Eénmaal je op de GR-route bent, begint er een lange maar rustige afdaling. Je blijft eigenlijk afdalen tot je terug aankomt in Névache. Daar eindigt dan ook deze prachtige huttentocht in de Névache!
De Refuges van de huttentocht in de Névache
Om deze huttentocht in de Névache comfortabel te wandelen is het aan te raden om de berghutten te reserveren die reeds hierboven werden omschreven. Hieronder nog een kleine samenvatting:
Dag 1: Névache – Refuge Buffère
Dag 2: Refuge Buffère – Refuge Chardonnet
Dag 3: Refuge Chardonnet – Refuge Drayères
Dag 4: Refuge Drayères – Refuge Laval
Dag 5: Refuge Laval – Refuge Ricou
Dag 6: Refuge Ricou – Névache
En ook nog dit
Alle bijkomende vragen mogen hieronder gesteld worden of via info@add-active.com. Graag bedank ik Bootz nog eens om mij deze mooie trekking te laten begeleiden en mij toe te laten dit artikel te schrijven. Bekijk zeker ook de filmpjes eens want soms tonen beelden meer dan duizenden woorden. Lees dit artikel om je voor te bereiden op meerdaagse trektochten. Veel plezier!